Apotheek M. Cohen

Onze apotheek vindt het belangrijk dat de patiënt goed begeleid wordt. Met vragen kunt u op verschillende manieren bij ons terecht: via de website, telefonisch en via persoonlijk contact in de apotheek. Voor achtergrondinformatie over bijvoorbeeld medicijnen, de bijwerkingen, aandoeningen kunt u ook terecht op onze website.

 

 

 

 

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

busulfan

Busulfan is een kankerremmende stof (cytostaticum).

Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij bepaalde vormen van kanker. Het wordt ook gebruikt bij bepaalde vormen van trombose en bij bepaalde vormen van bloedarmoede.

Wat doet busulfan en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen, als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Artsen schrijven busulfan voor bij:

  • Chronische myeloïde leukemie (CML). Hierbij ontstaat kanker in het beenmerg, waardoor bepaalde cellen van het beenmerg teveel witte bloedcellen aanmaken.
  • Myelofibrose. Hierbij is sprake van een tumor van het bindweefsel van de botten. Deze tumor verdringt de beenmergcellen. Daardoor kunnen deze onvoldoende bloedcellen aanmaken. De milt probeert het tekort aan bloedcellen aan te vullen, en raakt daardoor sterk vergroot.
  • Verder schrijven artsen busulfan voor bij allerlei soorten kanker waarbij stamceltherapie of beenmergtransplantatie nodig is. Bij deze behandelingen worden uw eigen beenmergcellen vervangen door beenmerg- of stamcellen van uzelf of van een donor.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.

Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwe cellen hebben dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en afvallen (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

Bij chronische myeloïde leukemie (CML) en myelofibrose kunt u een vergrote milt krijgen. Meestal merkt u dat niet op, soms heeft u pijn linksboven in de buik. Na verloop van jaren kunnen er ook bloedingen ontstaan zoals bloedneuzen.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en het stadium van de ziekte. Operatie, chemotherapie met cytostatica en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Werking
Busulfan bindt zich aan het DNA in de cellen. De cellen kunnen hierdoor niet meer delen. De kanker wordt zo tot staan gebracht.

Busulfan wordt ook gebruikt voor stamceltherapie of beenmergtransplantatie. Het vernietigt de zieke beenmergcellen. Na de transplantatie zitten ze zo de gezonde donorcellen niet in de weg.

Lees meer over kanker . “

Bloedarmoede

Busulfan wordt gebruikt bij een aantal aandoeningen, waarbij het beenmerg te weinig of niet goed werkende bloedcellen maakt. Hierdoor ontstaan verschijnselen van bloedarmoede, zoals vermoeidheid, een bleke huid en kortademigheid. Voorbeelden zijn aplastische anemie, sikkelcelanemie en thalassemie.

  • Aplastische anemie: bij deze ziekte maakt het beenmerg te weinig rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes aan. Hierdoor ontstaat niet alleen bloedarmoede, maar heeft u ook meer bloedingen, zoals bloedneuzen of blauwe plekken. Ook heeft u meer kans op een infectie.
  • Sikkelcelanemie: deze ziekte wordt ook wel sikkelcelziekte genoemd. Het is een erfelijke vorm van bloedarmoede. Gezonde rode bloedcellen zijn vervormbaar, waardoor ze door kleine openingen kunnen. Bij sikkelcelziekte zijn de rode bloedcellen star, waardoor ze de bloedvaten verstoppen en deze makkelijk kapot gaan.
  • Thalassemie: bij iemand met thalassemie leven de rode bloedcellen minder lang. De rode bloedcellen kunnen ook minder goed zuurstof vervoeren. Het is een aangeboren bloedziekte die in Nederland erg weinig voorkomt. Het komt meer voor in landen rond de Middellandse zee, Zuidoost-Azië en in Afrika.

Stamceltherapie
Als bloedtransfusies en medicijnen bij deze aandoeningen niet helpen of niet gebruikt kunnen worden, kan stamceltherapie worden geprobeerd. Stamcellen van een donor nestelen zich in het beenmerg en maken daar gezonde bloedcellen. Hierdoor verdwijnt de bloedarmoede. Als de stamcellen van de donor aanslaan, is de ziekte genezen.

Voordat de donor-stamcellen gegeven kunnen worden, moeten de eigen zieke beenmergcellen verwijderd worden. Dat kan door het beenmerg bestralen, of medicijnen te gebruiken die de beenmergcellen doden, zoals busulfan.

Gentherapie
Soms ontstaan de niet werkende of slecht werkende bloedcellen door een foutje in het DNA. De ziekte is dan aangeboren. Er ontstaat dan ook een vorm van bloedarmoede. Met gentherapie kan men zorgen dat in het vervolg cellen worden gemaakt zonder dat foutje.

Eerst moeten stamcellen uit het beenmerg worden verdreven. Dat gebeurt met busulfan. Deze stamcellen komen dan in het bloed terecht, waar ze zich met behulp van groeifactor vermeerderen. Zo ontstaat een voorraad stamcellen in het bloed. De arts zal deze stamcellen “oogsten”. In een laboratorium repareert men daarna het DNA-foutje in deze stamcellen. Dit gebeurt met gentherapie. Als de patiënt deze gerepareerde stamcellen weer terugkrijgt, kan het beenmerg weer gezonde bloedcellen maken.

Lees meer over bloedarmoede . “

Trombosebeen

Busulfan wordt gebruikt bij trombocytemie en polycythemie vera.

Trombocytemie (trombocytose)
Hierbij heeft u te veel bloedplaatjes in het bloed. Als er teveel bloedplaatsjes zijn, kunnen ze samen klonteren en een bloedstolsel vormen.
Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen. Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.

Trombocytemie komt voor bij verschillende vormen van bloedkanker, maar kan ook andere oorzaken hebben.

Busulfan remt de vorming van de bloedplaatjes.

Polycythemie vera (ziekte van Vaquez-Osler)
Hierbij maakt het beenmerg te veel rode bloedcellen aan. Het maakt vaak ook te veel bloedplaatjes en witte bloedcellen.

Door het teveel aan bloedcellen wordt het bloed minder vloeibaar (stroperig) en stroomt het minder goed. Dan is er meer kans op bloedstolsels.

Verschijnselen van polycythemie vera zijn hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid, jeuk en koude handen en voeten. 
Verder is er meer kans op trombose(been), hartinfarct, longembolie of beroerte.

Busulfan remt de vorming van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Lees meer over trombosebeen . “

Longembolie

Busulfan wordt gebruikt bij trombocytemie en polycythemie vera.

Trombocytemie (trombocytose)
Hierbij heeft u te veel bloedplaatjes in het bloed. Als er teveel bloedplaatsjes zijn, kunnen ze samen klonteren en een bloedstolsel vormen.
Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie. Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

Trombocytemie komt voor bij verschillende vormen van bloedkanker, maar kan ook andere oorzaken hebben.

Busulfan remt de vorming van de bloedplaatjes.

Polycythemie vera (ziekte van Vaquez-Osler)
Hierbij maakt het beenmerg te veel rode bloedcellen aan. Het maakt vaak ook te veel bloedplaatjes en witte bloedcellen.

Door het teveel aan bloedcellen wordt het bloed minder vloeibaar (stroperig) en stroomt het minder goed. Dan is er meer kans op bloedstolsels.

Verschijnselen van polycythemie vera zijn hoofdpijn, duizeligheid, kortademigheid, jeuk en koude handen en voeten. 
Verder is er meer kans op trombose(been), hartinfarct, longembolie of beroerte.

Busulfan remt de vorming van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Lees meer over longembolie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen en bloedcellen, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de kuur geleidelijk over.

Bij de voorbereiding op stamceltherapie is de dosering hoger dan bij de andere toepassingen. Bij deze hogere dosering heeft u meer kans op onderstaande bijwerkingen. Vooral misselijkheid en diarree komen veel vaker voor.

Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u te veel last heeft van één van de ondergenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hieronder staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Minder rode en witte bloedcellen en minder bloedplaatjes. Hierdoor kunnen bloedarmoede, bloedingen en infecties ontstaan. De infecties zijn bijvoorbeeld griep, verkoudheid, keelontsteking, longontsteking, blaasontsteking, schimmelinfecties of huidinfecties, zoals steenpuisten. Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn, koude rillingen, hoesten, benauwdheid, blaasjes in de mond en keel, pijn bij het plassen, bloed in de urine, bloedneuzen, onverklaarbare blauwe plekken en extreme vermoeidheid.

    Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. Soms zijn er medicijnen mogelijk om de aanmaak van bloedcellen te stimuleren. De arts zal uw bloed daarom tijdens de behandeling regelmatig laten controleren.
     

  • Hoofdpijn en duizeligheid

  • Spierpijn, spierzwakte, gewrichtspijn en rugpijn

  • Slapeloosheid

  • Minder eetlust

  • Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid

    • Bij vrouwen kan busulfan de geslachtshormonen beïnvloeden. Hierdoor raakt de menstruatie verstoord of begint de overgang eerder. De menstruatie kan uitblijven, langer duren of er kunnen tussentijdse bloedingen optreden.
    • Bij sommige mannen kan de vorming van zaadcellen stoppen, waardoor zij onvruchtbaar worden. Bespreek met uw arts de mogelijkheid om zaadcellen te laten invriezen voordat u aan de behandeling begint.
    • Kinderen, zowel jongens als meisjes, kunnen blijvend onvruchtbaar worden, omdat busulfan de ontwikkeling van de geslachtsorganen kan verstoren. Ook kan de puberteit eerder of juist later intreden.
  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen en erectiestoornissen

  • Leverbeschadiging. Raadpleeg uw arts bij een gele kleur van uw huid en oogwit.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, verstopping, buikpijn, maagpijn en brandend maagzuur

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen. Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven. Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Als u dit middel per infuus krijgt, zal de arts altijd een antibraakmiddel voorschrijven. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
    Zelden ernstige diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlastingpatroon viermaal of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen tegen diarree of met een vochtinfuus. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Na enkele maanden: gewichtstoename

    Let daarom goed op wat en hoeveel u eet. Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als u te veel aankomt.

  • Pijnlijke mond, tong of keel en zweertjes in de mond

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

  • Haaruitval en kaalheid. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar.

    Na de behandeling zal het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Jeuk, roodheid van de huid en vervellen van de huid

    Als u ook bestraald wordt, kunt u meer klachten van de huid krijgen, vooral bij hoge doseringen busulfan. Jeuk en roodheid kunnen ook het gevolg zijn van overgevoeligheid (zie Overgevoeligheid).

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Bij het infuus komt dit vaker voor. U merkt het aan huiduitslag, galbulten of roodheid van de huid. Raadpleeg dan uw arts.
    In zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met een uitgebreide roodheid, bulten of blaren op de huid. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.

    Als u overgevoelig bent voor busulfan, mag u het niet meer gebruiken. Geef dat aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het niet opnieuw krijgt.

  • Psychische klachten, zoals angst en depressiviteit. Zelden verwardheid. Zeer zelden opgewonden gedrag, nervositeit, hallucinaties.

    Raadpleeg in deze gevallen uw arts.

  • Verschijnselen van diabetes (suikerziekte). U merkt dit aan veel dorst, veel moeten plassen en moeheid. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.
    Heeft u diabetes en gebruikt u dit medicijn? Mogelijk heeft u tijdens de behandeling meer insuline of glucoseverlagers nodig. Meet extra vaak uw bloedglucose.

  • Verandering van de hoeveelheid mineralen in het bloed. Hierdoor heeft u meer kans dat u vocht vasthoudt (oedeem). U merkt oedeem vooral aan opgezwollen enkels en voeten. Mensen die al last van oedeem hebben, bijvoorbeeld door hartfalen zijn hier extra gevoelig voor.

    Uw arts zal regelmatig uw bloed controleren. Waarschuw uw arts als u vocht vasthoudt.

  • Trombose. Dit kunt u herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been. Soms merkt u het aan plotselinge kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed. Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts of ga meteen naar de Eerste-hulpdienst.

  • Bij het infuus: pijn of ontsteking op de plaats van de infuusnaald

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Donkere vlekken op de huid, vooral bij mensen die al een donkere huid hebben.

    De huidverkleuring treedt vooral op in de nek, op het bovenlichaam, de buik en de plooien van de handpalmen. Ook het mondslijmvlies kan donker kleuren.

  • Bij kinderen jonger dan 8 jaar: minder glazuur op tanden en kiezen, waardoor eerder gaatjes ontstaan.

  • Braken van bloed of bloed in urine door irritatie van de slijmvliezen. Neem meteen contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Hartritmestoornissen, zoals snelle hartslag, hartkloppingen en te trage hartslag. Verder ontsteking van de hartspier, veranderingen in de bloeddruk. Uw arts zal uw bloeddruk en hartslag regelmatig controleren.
    Mensen met sikkelcelziekte hebben meer kans op ernstige hartklachten. De verschijnselen van deze hartklachten zijn pijn op de borst, opgezwollen enkels en voeten, zweten, snelle hartslag en flauwvallen. Waarschuw dan direct een arts.

  • Meer kans op andere vormen van kanker, bijvoorbeeld van het bloed

    Busulfan kan het DNA in de cellen aantasten, waardoor (in zeldzame gevallen) juist kanker kan ontstaan. Uw arts zal samen met u de voordelen van het gebruik afwegen tegen het risico.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Slechter zien door vertroebeling van de ooglens (staar)

  • Bij mannen: vorming van borsten

  • Ernstige spierzwakte (myasthenia gravis)

  • Aanval van epilepsie met spierschokken en bewustzijnsverlies. Waarschuw dan meteen een arts. Heeft u aanleg voor epilepsie? Overleg dan met uw arts voor u met die medicijn begint.
     

    Mensen die een hoge dosis of een infuus gebruiken, krijgen vaak ook een medicijn tegen eventuele epileptische aanvallen.

Zeer zelden, bij gebruik gedurende meerdere maanden

  • Aandoening van de bijnieren. Hierdoor ontstaan klachten die lijken op de ziekte van Addison. Verschijnselen zijn vermoeidheid, gewichtsverlies, misselijkheid en bruine verkleuring van de huid. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

  • Ernstige longziekte (longfibrose) met benauwdheid en hoesten. Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik busulfan gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘Samenstelling’.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Busulfan vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere griepvaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Itraconazol, een medicijn tegen schimmelinfecties. Dit medicijn verhoogt de kans op bijwerkingen door busulfan. Gebruik deze medicijnen niet samen. Overleg met uw arts.
  • Ketoconazol-tabletten, een medicijn tegen het syndroom van Cushing (ziekte van de bijnierschors). Dit medicijn verhoogt de kans op bijwerkingen door busulfan. Gebruik deze medicijnen niet samen. Overleg met uw arts.
  • Metronidazol, een medicijn tegen infecties. Dit medicijn versterkt de bijwerkingen van busulfan, vooral op de lever. U mag deze combinatie niet gebruiken. Overleg met uw arts.
  • De antistollingsmiddelen acenocoumarol en fenprocoumon. Busulfan kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Meld de trombosedienst als u begint met busulfan, als de dosering verandert en als u stopt met busulfan.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Sommige mensen worden duizelig door dit medicijn. Is dat bij u het geval? Rijd dan geen auto, zolang u duizelig bent.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. U heeft hierdoor meer kans op bijwerkingen van dit medicijn op uw maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder ‘Klachten & Ziektes’, ‘Maagklachten’ adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het medicijn een aangeboren afwijking bij het kind veroorzaakt. Tijdens de chemokuur en tot 6 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Tabletten

  • Slik de tablet heel door met een half glas water. De tablet niet kauwen.
  • Breek de tabletten niet door. Ziet u bij het openmaken van de verpakking kapotte tabletten? Sluit de verpakking dan weer goed en breng deze terug naar de apotheek.
  • Voorkom dat poeder van de tabletten zich door het huis verspreidt, anders kunnen uw huisgenoten er mee in aanraking komen.
  • Krijgt u wat poeder uit gebroken tabletten op uw huid of in uw ogen? Was uw huid dan goed af. Spoel uw ogen met veel water.
  • Komen anderen toch met dit medicijn in contact? Raad hen dan aan zich meteen af te spoelen. Zo beperken ze de risico’s tot het minimum.

Infuus
Meestal krijgt u dit medicijn in het ziekenhuis of in de polikliniek toegediend door een gespecialiseerde verpleegkundige. De toediening duurt per keer ongeveer 2 uur.

Krijgt u dit medicijn thuis toegediend door de verpleegkundige? U zult merken dat de verpleegkundige zo hygiënisch mogelijk zal werken. Dit om te voorkomen dat de verpleegkundige zelf of uw huisgenoten in contact komen met het middel. De procedure houdt het volgende in.

  • Handen wassen voor en na het klaarmaken en toedienen van het infuus.
  • Het gebruiken van wegwerpmatjes om morsen te voorkomen.
  • Het gebruiken van wegwerpdoekjes om gemorst materiaal op te nemen.
  • Alle gebruikte spuiten en naalden gaan in een speciale kunststof afvalcontainer (deze kunt u bij de apotheek verkrijgen, een volle container is hier in te leveren).
  • Alle andere gebruikte materialen gaan in een dubbele afvalzak en kunt u met het huisvuil weggooien. Zorg ervoor dat kinderen niet bij de afvalzak kunnen komen!

Wanneer?
Per soort kanker is er een ander toedienschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt afzonderlijk.

Stamceltherapie: er zijn meerdere toedienschema’s. Het moment waarop u met busulfan start, hangt af van de manier waarop u busulfan inneemt (als tabletten of als infuus) en met welke andere cytostatica (cyclofosfamide, melfalan of fludarabine) u het gebruikt. Meestal gebruikt u busulfan enkele dagen tot een week voor de transplantatie met de donor-stamcellen.

Hoelang?
Het is afhankelijk van de aandoening hoelang u dit medicijn moet gebruiken.

  • Leukemie: vaak gedurende 3 tot 5 maanden. Soms moet u daarna nog doorgaan met een lagere dosering, bijvoorbeeld enkele dagen per week.
  • Polycythemie vera: de kuur duurt meestal 4 tot 6 weken. Soms moet u de kuur herhalen, of moet u busulfan langer gebruiken.
  • Trombocytemie: de behandeling gaat door zolang u het medicijn verdraagt en het goed blijft werken.
  • Stamceltherapie: de behandeling met dit medicijn duurt meestal enkele dagen.

Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voorkom dat uw directe omgeving, zoals huisgenoten, in aanraking komt met uw lichaamsvloeistoffen. U mag elkaar wel aanraken, zoals bij knuffelen en zoenen. Het gaat alleen om maatregelen in verband met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het medicijn hierin aanwezig is. De mensen die u verzorgen zullen bij uw verzorging altijd wegwerphandschoenen dragen.

Neem daarom tot 2 dagen na de laatste dosering de volgende maatregelen.

  • Was uw handen na elk toiletbezoek. Mannen kunnen het best zittend plassen, om spatten te voorkomen.
  • Spoel na gebruik van het toilet 2 keer achter elkaar door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
  • Komt u in contact met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld bij schoonmaken? Gebruik dan wegwerphandschoenen.
  • Zit er urine, ontlasting, bloed of braaksel of uw kleding of beddengoed? Doe ze dan meteen in de wasmachine. Was ze niet samen met ander wasgoed. Kunt u ze niet meteen wassen? Bewaar ze dan in een afgesloten plastic zak.
  • U kunt resten van urine, ontlasting en braaksel opruimen met een wegwerpmatje of keukenpapier. Gooi ze daarna weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet.
  • Bloed en wondvocht kunnen resten van het medicijn bevatten. Doe daarom verband, gaasjes en ander wegwerpmateriaal in een dubbele afvalzak.
  • Ook sperma en vaginale uitscheiding kunnen resten van dit medicijn bevatten. Gebruik een condoom en/of een beflapje. Deze kunt u weggooien in een dubbele afvalzak.
  • Wilt u meer weten? Bekijk dan de adviezen op kanker.nl.